Ineens achter elkaar twee
overlijdensberichten van kindjes op het lotgenotenforum. Van eentje ken ik het
verhaal niet. De moeder was een lezer in stille hoop. Van de ander wist ik dat
er enorm veel complicaties speelden.
Vanaf haar tweede jaar.
Ze is zeven geworden en heeft dus
meer dan de helft van haar leven moeten doormaken in ziekenhuizen en de meest
kwalijke medicijnen.
Ineens dringt de vraag zich aan
me op: waarom? Waarom twee jaar lang ellende, pijnlijke behandelingen,
onbekende gezichten, vreemde omgevingen om vervolgens er aan onderdoor te gaan?
Waarom vijf jaar lang zenuwen en
ellende om vervolgens toch die uitgestelde rouw in te moeten gaan?
Wat is dit voor klotespelletje?
Mijn hart sust direct: je weet
van tevoren niet wie het gaat overleven en wie niet. Uiteraard probeer je als
ouder iedere bestaande (en ja, nog niet bestaande) behandeling. Je overleeft
alleen op hoop. Dat ze dit met zijn allen vijf jaar lang hebben volgehouden,
mag een wonder heten.
Ja, ja, roept het stemmetje weer.
Overleven is allemaal leuk en aardig als je het hebt over een leven na het
overleven. Maar hoe ziet je dag of je jaar eruit als je moet nadenken over
iedere actie die je met je kind onderneemt? Als er geen sprake meer is van
'ach, even vergeten, sorry, zal het beter doen' omdat dit direct desastreuze
gevolgen kan hebben? Iedere seconde op je qui vive zijn, iedere stap naar
buiten beredeneren en ieder bezoek afwegen tegen het risico van een infectie.
Wat doen we onszelf en onze
kinderen aan?
Wat is het ons waard?
Een andere tekst neemt het podium
in mijn rusteloze hoofd over.
Een tekst die ik onlangs las over
hoe je ongemerkt invloed hebt en indrukken achterlaat bij anderen. Hoe jij een
deel wordt van andermans leven en hoe zelfs je grapje een leven lang een
glimlach kan oproepen bij een ander. Iemand leest een boek waar je enthousiast
over was; luistert naar een lied dat aan jou doet denken.
Iedereen verrijkt.
Iedere seconde rijker.
Ook al is die seconde gevuld met de gedachte aan een volgend medicijn, dan nog ligt er een zacht dekentje overheen met die prachtige grijns van Ilva, haar krullen onzichtbaar dansend om haar gezicht. Iedere dag die we hebben, moet gepland worden rond ziekenhuisbezoeken en afwegingen, maar die uren eromheen zijn gevuld met gegiechel, met twee trollen die samen spelen en grenzen zoeken, met groei en wijsneuzerij waar we heel gelukkig van worden.
Iedereen verrijkt.
Iedere seconde rijker.
Ook al is die seconde gevuld met de gedachte aan een volgend medicijn, dan nog ligt er een zacht dekentje overheen met die prachtige grijns van Ilva, haar krullen onzichtbaar dansend om haar gezicht. Iedere dag die we hebben, moet gepland worden rond ziekenhuisbezoeken en afwegingen, maar die uren eromheen zijn gevuld met gegiechel, met twee trollen die samen spelen en grenzen zoeken, met groei en wijsneuzerij waar we heel gelukkig van worden.
We belopen een dubbelspoor,
waarbij de ene kant vol staat met medicijnen, voorzichtigheid en behandelingen
en de andere verdacht veel lijkt op ons leven met twee gezonde kinders.
Eén been op het ene spoor, één
been op het andere.
Dát is het ons waard.
Een echt leven ondanks dat
dubbele spoor.
Ervaringen die we nooit zouden
hebben als we zouden opgeven.
Een lach die we nooit zouden zien
zonder hoop.
We tikken het ziekenhuisspoor aan
met de tenen en stappen stevig op het levensspoor terwijl we elkaar vasthouden
voor balans.
We beseffen ons dat dit dubbele
pad zal blijven bestaan.
Ook al mogen we hopelijk over een
hobbelig tijdje weer over het levensspoor lopen, dit zal voelen als
koorddansen, ene voetje voor de andere en hopen dat we niet weer hoeven te
landen op dat tweede spoor.
De angst en onzekerheid blijven.
Maar ze hoeven niet te heersen.
Want Leven neemt een grotere plek
in in ons hart.
Lieve kleintjes die het niet
gered hebben
Wat had ik jullie meer gegund.
Maar wat ben ik blij dat jullie
ouders met jullie geLeefd hebben.
Dat de herinneringen levenslang
voor een glimlach mogen zorgen die op een gegeven moment sterk genoeg wordt om
de tranen te omhelzen.