Volgers

donderdag 5 april 2018

In de buurt


Vanaf dag één hebben we al een vreemde verhouding met de buurt. Had David nog wat bedenkingen toen we hierheen verhuisden vanuit het Statenkwartier, al snel bleek dat je inderdaad van je huis een veilige haven kan maken en dat wat je uitstraalt, je ook terugkrijgt.
Zo herinner ik mij een wandelingetje naar de winkel in die eerste verhuisweek. Een groep jongeren die me tegemoet kwam en met die zwaai van de kin in de lucht al aangaf hier de baas te zijn. "Jou hebben we nog niet gezien. Nieuw hier?"

Ik had de keuze om de verdediging in te schieten - vier stoere jongens met uitdagende lichaamstaal tsk tsk jeugd van tegenwoordig enzovoorts- of ze serieus te nemen. Ik koos voor het laatste en antwoordde dus vriendelijk dat we hier inderdaad net waren komen wonen. Expres het woordje 'we' en 'mijn lief' verwerkt. De noodzaak tot haantjesgedrag verdween als sneeuw voor de zon en de leider glimlachte. "Nou, maak je maar geen zorgen. Wij letten wel op. Jullie zijn hier veilig, hoor."

In de twintig jaar dat we hier gewoond hebben, zijn we inderdaad nooit lastig gevallen.

Nu staat er een nieuwe generatie straatjeugd op. Ze rennen 's avond laat schreeuwend door de straten en vinden zichzelf zo stoer als stoer kan komen. De oudere jongeren zijn uit het straatbeeld verdwenen en de basisschoolleeftijd heeft overgenomen.
Laat ik daar nu net wel wat mee kunnen.
En dus heb ik afgelopen jaar de moeite genomen om ze vriendelijk toe te knikken in het voorbijgaan, te reageren als ze iets riepen en iets aan te schaffen op Koningsdagmarkt bij de nieuwe leider van het zootje. Ik heb hem geprezen om zijn handelsgeest en sociale wezen (hij hielp een oudere om zijn spulletjes aan te prijzen).  Daarna zagen we hem smoezen met zijn vriendjes en werd er bij ons in elk geval niet meer voor niets aan de bel getrokken.

Ze bedoelen het helemaal niet naar.
Ze zoeken gewoon naar een manier om gezien te worden.
Ik kijk wel, hoor.

En dan ineens kijken ze naar ons.
Naar Ilva.
Ik zie de schrik.
Ineens een wit neusje in een prachtig gebruind gezicht.
Ze kijkt naar mij, de stoere dame, haar ogen vol ongeloof.
Ik knik. "Ja meis, ze is ziek. Ze is haar krulletjes nu even kwijt."

Ze stamelt van 'beterschap' en verdwijnt snel de straat over.

In de avond zet David de fiets even binnen. Onze schemerlingen rennen langs. Ze stoppen en gaan een praatje aan. Waar ze vorig jaar nog probeerden om mijn lief uit te dagen, zo meegaand en zoet zijn ze nu. Of Ilva erg ziek is, of ze beter gaat worden, wat het nu precies is en...wat ze misschien leuk vindt om te krijgen.

Ze bedoelen het helemaal niet naar.
Ze zoeken gewoon nog even naar zichzelf.
En geconfronteerd met de schaduwzijde van 't leven , kiezen ze vol overgave voor een ander.

Die jeugd van tegenwoordig
Is zo slecht nog niet
Als je ze binnen durft te laten.
De schemerlingen groeien zo de zon in.
Ik heb hoop voor de toekomst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten