Thorben tekent een schatkaart. Dat
doet hij wel vaker. Vaak is het een aantal kruisjes en heel veel puntjes om de
voetstappen aan te geven. Piratenvlag erbij en hij is blij.
Vandaag werkt hij uitgebreider en
vertelt me alvast wat ik zie. Er zwemt ergens een haai, er kruipt een krokodil,
we moeten uitkijken voor kokosnootmannetjes en er zijn ook skeletspoken.
Ik glimlach en archiveer in
gedachten deze tekening bij de overige schatkaarten.
Hij heeft echter grotere plannen.
'Mam, nu moeten we naar buiten.'
Het is avond.
Bijna slapetijd.
Naar buiten?
'Ja, nu moeten we buiten de schat
gaan zoeken en ik weet de weg.' Hij knikt stoer en heeft Ilva onmiddellijk aan
zijn kant: "We gaan naar buiteeeeeeeen! Jippie! We moeten de speurtocht
doen!"
Ow.
Twee tegen één.
En David ligt even te dutten.
Niet eerlijk!
Ook niet erg, om eerlijk te zijn.
Over twee dagen moet Ilva weer uitgebreid het ziekenhuis in en daarna weten we
lange tijd niet wat ze aankan, dus hup, schoenen aan en we gaan!
Thorben wijst de weg. Eerst naar
de brievenbus waar hij een kaart naar zijn beste vriend post. Onderweg moeten
we wel uitkijken voor die krokodil, want die ligt tussen de auto's te waken.
Dan de weg oversteken, voorbij de
haai, naar het park waar de skeletspoken tussen de struiken zitten.
Ilva gaat er vol in mee. Ze ziet
de spoken, maant ons tot stilte en roept regelmatig dat we even moeten wachten
omdat ze weer iets hoort.
Thorben vindt het machtig. Ons
manneke waarschuwt net op tijd voordat we onder de boom doorlopen waar de
kokosnootmannetjes ons willen bekogelen. Gelukkig zijn we over de brug weer
veilig.
Na alle avonturen bepaalt hij dat
we langs alle speciale plekken weer terug moeten fietsen. De schatten hebben we
uiteraard onderweg opgegraven. Eenmaal thuis klinkt het teleurgesteld van
achterop de fiets: "Maar dit was te kort! Thorben moet langer vertellen. We
moeten meer speurtocht doen!"
'Nou, Ilva, dan doe ik het de
volgende keer wel langer. Dan maak ik wel een nieuwe kaart. Maar dan moet je
niet bang zijn, hoor, want het is maar voor de nep.'
Ze knikt braaf naar haar grote
broer. "Beloofd, Thorben. Ik ben niet bang. Ik durf wel."
Het is geen loze waarschuwing. De
kleine beer heeft talent voor het overdragen van zijn verhaal. Ik denk terug
aan de speeltuin een paar dagen eerder, waar hij op een verhoginkje staat. Ik
hoor hem het lied van de zeevaarders neuriën. Een blik in de verte, gevolgd
door een vloeiende beweging waarbij hij water uit de zee schept met zijn hand.
Ik weet dat hij in het luchtledige schept.
Ik weet dat hij in het luchtledige schept.
Ik besef dat hij op een
speeltoestel staat.
Toch zie ik het water door zijn
vingers glijden en voel ik de wind die ook zijn haren lijkt te beroeren.
Het is magisch.
Hij trekt anderen in zijn verhaal
mee.
Een DM is geboren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten