Volgers

vrijdag 15 juni 2018

Weerstand


Grote veranderingen roepen weerstand op. Zo herinner ik mij het moment dat onze ouders ons vertelden dat ze het huis te koop gingen zetten. Als schoolgaand kind met onze middelbare school op loopafstand was ik hier niet zo blij mee. Hier had ik mijn hele leven tot dan toe gewoond! Verdrietig schrapte ik ons huisadres uit mijn agenda om vervolgens enkele maanden later vol vreugde het adres weer toe te voegen want verkopen ging op dat moment toch niet lukken, zo bleek.
Een andere verandering waar ik weinig controle over had, was die van de basisschool naar de middelbare school. Hoe heb ik niet zitten hopen dat die zomervakantie voor eeuwig zou duren, dat op geheimzinnige wijze ik na de vakantie weer gewoon terug zou kunnen naar wat ik kende, zelfs al was ik helemaal niet zo blij met mijn klasgenoten.
Dat ik vervolgens mijn stapelbed uitrolde en de rest van de vakantie doorbracht in het gips bracht enig perspectief in de zaak: ineens konden de weken me niet snel genoeg meer gaan.

Veranderingen zien aankomen, is niet makkelijk.
En toch passen we ons steeds weer aan, de weerstand weggesnoept door tijd of onvermijdelijkheid.

We worden steeds sneller in het aanpassen en kunnen steeds rapper schakelen. Konden we voorheen nog redelijk rekenen op iets van een planning vanuit het ziekenhuis, momenteel zijn we al blij dat Ilva's lijfje de afgelopen dagen iets van een regelmaat aanhoudt in het overgeven zodat we er min of meer op tijd bij zijn.

Na de tweeweekse koorts hebben we echt heerlijke dagen beleefd met een wiefke wier humeur in het beter voelende lijf niet te stuiten was. De hoge dosis MTX van de afgelopen vrijdag heeft daar subiet een einde aan gemaakt: hoewel het ondenkbare doel is om haar weerstand volledig af te breken, is de nare bijwerking van dit specifieke medicijn dat de slijmvliezen worden aangetast. Gelukkig blijft er aardig wat sondevoeding binnen, maar het is een nare bedoening: ons wolfje in totale paniek terwijl haar lijf rebelleert en nu ook de slijmvliezen in haar neus breken. Bloedneuzen onder controle krijgen tijdens het overgeven is vrijwel niet te doen terwijl ze trappelend en huilend op schoot zit. Een sonde in het andere neusgat helpt ook niet bij het dichtknijpen en de dokterstelefoon van het ziekenhuis kan niet veel meer dan ons melden dat we langs mogen komen als het bloeden niet stopt.

Tsja.
We snappen dat er niet veel aan te doen is op afstand.
Een preventieven trombocytentransfusie heeft ook weinig zin want die worden zo snel afgebroken door een lijf dat je er mogelijk vóór de volgende episode al geen voordeel meer van hebt. Het helpt ook niet dat Thorben en ik een nare verkoudheid aan het afweren zijn waardoor ik meer afstand moet houden dan wenselijk is.
Uiteraard verdelen David en ik toch de schoottijd die ons meiske nodig heeft, net zo lang tot de paniek bedaard is en het bloeden gestelpt. Dan is hij uiteindelijk degene die nog met haar op de bank blijft hangen midden in de nacht en grijp ik snel nog een paar uur slaap voordat Thorben naar school moet.

We worden een uur te laat wakker, wekker nooit opgemerkt, maken ons in 10 minuten klaar en zijn nog op tijd op school.
Lang leve de goede voorbereidingen.
Terwijl ik naar huis fiets, merk ik weerstand.
Ik ben bang voor wat ik thuis aantref.
Zijn ze al wakker?
Is ze weer in paniek?
Slapen ze nog?
Is dat goed of juist niet?

Ergens wil ik me omdraaien en maar gewoon even boodschappen gaan doen.
Toch trap ik steeds sneller om thuis te komen.

Het is nog stil in huis op twee stuiterende katten na.
De chaos van de nacht ligt  verspreid over de bank.
Ik ruim de zooi op. Daar hoeft ze niet mee geconfronteerd te worden bij het wakker worden. Liever dat ze kijkt naar wat ze wel leuk vindt. Natuurlijk hoop ik dat we het ergste nu gehad hebben van deze kuur; dat we eventjes rust krijgen tot de volgende over een week.
Ik wil nog niet nadenken over de volgende kuur.
We kunnen niets met de weerstand die we daarvoor voelen.
Want het moet.
We moeten breken voor we kunnen bouwen.
We moeten rekening houden met narigheid.
Maar dat betekent niet dat we er op hoeven zitten te wachten.

"Mam, ik wil vanmiddag een keertje niet naar de opvang,"vertelt Thorben me tijdens het aankleden. Ook hij heeft behoefte aan pas op de plaats.
Als we niet naar het ziekenhuis hoeven, dan haal ik hem vanmiddag gewoon op.
Gaan we even een eilandje van rust bouwen in de donkergrijze oceaan.
Regelen we gewoon lekker ons eigen zonnetje.
Zonnebrillen op.
Vooral niet te ver kijken.
Gewoon even blij zijn met elkaar.

EDIT
Helaas, helaas, toch rap weer naar het ziekenhuis. Haar slijmvliezen zijn echt finaal aan gort en haar temperatuur bevalt ons ook niet. We zullen even op afstand blij met elkaar moeten zijn.
Gelukkig speelt afstand daarin geen rol.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten