Het is
2018. We worden weer in Rotterdam verwacht voor een opname. Meerdaagse chemo’s,
dus koffer erop aangepast en trollen voorbereid.
Zodra
we uit de taxi stappen, slaat Ilva verschrikt de hand tegen de mond. “Mammie!
We zijn mijn knuffel vergeten!”
Auw.
Zonder knuffel slaapt ze niet.
Auw.
Zonder knuffel slaapt ze niet.
ECHT
niet.
Ze
heeft iets nodig om tegen zich aan te kunnen trekken, om erachter te
verstoppen, om erin te verdwijnen, om zacht te geven waar het allemaal zo hard
is.
Nu is
het Sophia Kinderziekenhuis gelukkig zo gesitueerd dat er een winkelstraatje
binnen het geheel valt: we grijpen een rolstoel en rollen snel richting de
multifunctionele drogisterij. Daar verkopen ze namelijk knuffels.
Met glinsterogen.
Van die heule grote, aandoenlijke ogen.
Met glinsterogen.
Van die heule grote, aandoenlijke ogen.
En dat
lust ons wiefke wel.
Ik ook trouwens, dus Ilva eindigt met een grote uil en ik met een drakensleutelhanger.
Ik ook trouwens, dus Ilva eindigt met een grote uil en ik met een drakensleutelhanger.
Op
naar de kamer.
Op
naar hard.
Bovenstaande
scène herhaalt zich diverse malen, want ook al leggen we een knuffel klaar,
zodra de zorgtaxi voor de deur staat, schiet ons hart in de keel en vergeten we
gezamelijk om haar diertje in de armen te stoppen.
Zo
groeit de aanwas van glinsteroogjes gestaag en kunnen we er eigenlijk wel een
beetje om lachen.
Nu
helemaal.
Want
anno 2020 kost het nog wel eens wat moeite om een slaapplekje vrij te maken
voor bovengenoemde troela wegens een overvloed aan glinsteroogjes in haar bed!
Ze
weet van ieder diertje nog precies waar en wanneer ze deze heeft gekregen. “Mammie,
weet je nog? Toen waren we weer in het kleine grote ziekenhuis met de olifant.
En toen mocht ik zelf kiezen. En toen wolde ik deze.”
En: “Maaaam?
Deze had ik toch toen ik op de grote kamer zat? Toen we heel lang moesten blijven
daar? En toen had ik een wolfje nodig en toen vond jij een wolfje!”
Wat een verhalen.
Wat een associaties.
Wat een geheugen!
Wat een verhalen.
Wat een associaties.
Wat een geheugen!
En ik
maar hopen dat ze er op een dag naar zal kijken als ‘haar mooie verzameling
glinsterogen’ in plaats van ‘die knuffels uit het ziekenhuis’.
In
februari word ik ineens uitgenodigd om mee te praten in een debat over cliënt-dokter
communicatie in het Prinses Maxima Centrum. Een zeer waardevolle discussie
houdt ons die ochtend bezig, waarbij ik ruimschoots de kans krijg mijn punten
naar voren te brengen.
Het is mooi om te zien hoe dit openheid geeft over wat dokters denken dat ouders nodig hebben en waar ouders daadwerkelijk om vragen.
Het is mooi om te zien hoe dit openheid geeft over wat dokters denken dat ouders nodig hebben en waar ouders daadwerkelijk om vragen.
Voor
herhaling vatbaar, zeker.
Zodra
ik terugloop naar het station, knalt ineens het knopje om: ik heb daar zojuist
staan betogen over wat een ouder nodig heeft tijdens de levensbedreigende
situatie omtrent hun kind.
Ons
kind.
Ons
wiefke.
Die
het zo dapper allemaal doorstaan heeft en nu met stuiterende krullen op school
zit.
Ineens
verschiet mijn gemoed van spreker naar moeder.
En
kost het me plots moeite mijn tranen binnen te houden.
Wat we
allemaal niet hebben meegemaakt dat jaar.
Alles
waar we even niet bij stil wilden blijven staan omdat we door moesten.
Vlakbij
het station is een speelgoedwinkel.
Ik
duik naar binnen met een duidelijk doel voor ogen en ja, ik zie ze:
glinsterogen.
Gewapend
met twee lieve knuffels voor mijn twee lieve trollen stap ik even later de
trein weer in, op weg naar huis.
Er moeten nieuwe associaties komen.
Er moeten nieuwe associaties komen.
Knuffeldieren
die niet in het ziekenhuis gekregen zijn.
Thuis
word ik met gejuich ontvangen.
De
knuffels ook.
“Mammie,
deze wilde ik hebben! Ik houd van deze unicorn! En van jou! Je bent de
allerliefste moeder dat je die voor mij hebt gekocht! En ik ben niet in het
ziekenhuis!”
Nu
zijn het mijn ogen die glinsteren.
Ik
slik de brok in mijn keel weg.
Snoetje, ik denk dat ik ze misschien net zo hard voor mezelf heb gekocht.
Snoetje, ik denk dat ik ze misschien net zo hard voor mezelf heb gekocht.