Volgers

zaterdag 7 juli 2018

Achterstallig


Terwijl we her en der eens een verhuisdoosje vullen en tegen een muur plaatsen waar we niet direct de tenen stoten, valt eens temeer op hoe ontzettend op ons huisje is. We hebben hier twintig jaar gewoond en het is te merken.
Ook is te merken dat we er nooit op een behoorlijke wijze ingetrokken zijn. In paniek omdat onze huisbaas een klier was en ons uit huis pestte door niets te doen aan het achterstallige onderhoud en de electra af te sluiten, hebben we destijds in dit huisje alleen de woonkamer en de slaapkamer opgeknapt voordat we snel moesten verhuizen. In een vlaag van verstandsverbijstering besloten we de boel te beleggen met tapijt. We konden ons op dat moment niet voorstellen hoeveel koppen koffie, kattenkots en zieke kinderen hier overheen zouden gaan.
De rest kwam later nog wel, bedachten we. De vorige bewoners waren gevlucht en hadden van alles achtergelaten wat we konden gebruiken, zoals de lamellen voor de ramen. Dat gaf ons tijd om na te denken over hoe we zaken misschien anders wilden in deze woning waar we hoogstens een paar jaar zouden blijven hangen en vooral niet teveel geld aan wilden uitgeven.

Een paar jaar werd twintig.
En 'later' kwam nooit want ieder jaar was immers ons laatste jaar hier.
We hadden geen last van de niet belegde trap.
Het kleine kamertje was rommelhok.
En het steentjesbehang hier en daar vonden we eigenlijk wel charmant.

Deze verhuisronde doen we het anders.
Dat heeft uiteraard alles te maken met het feit dat we ditmaal de handen helemaal niet zelf uit de mouwen kunnen steken omdat die handen bezig zijn Ilva en Thorben heel goed vast te houden in deze roerige tijden. Professionals zijn hard bezig om het huis netjes bewoonbaar te maken en tegen de tijd dat zij klaar zijn, gaan wij eens kijken of we zelf durven te gaan schilderen of dat we daar dan toch ook maar iemand voor vragen. Ilva is inmiddels alweer een tijdje terug uit het ziekenhuis na haar chemo 5-daagse en helaas is nu de happy stuiterbal weer eventjes in ruststand gezet. Vannacht om de anderhalf uur een zielig huilend hoopje.
Zweten of juist te koud, te veel licht en te donker, te hard of te zacht.
Typische signalen van een kind dat algehele malaise doormaakt.
Hadden we bij de vorige lange kuur ook hier een gevalletje achterstallig onderhoud (arme kleine kon haar pillen niet meer slikken en was dus niet beschermd genoeg), nu zitten we dik in de preventie met pijnstilling en antibiotica via de sonde. Ondanks de ellende in haar lijf geeft dit toch een beter gevoel.

Strompelend en tenenstotend in de halfdonkere kamer trachten we de rugzak met sondevoeding niet omver te trappen terwijl er getroost, gewaaid en gezongen wordt. We rennen heen en weer tussen wc en slaapkamer en bedenken ons dat we over ongeveer een maand eindelijk een wc op dezelfde verdieping hebben.
Dat vooruitdenken naar betere tijden blijft een reddingsboei. We weten hoe goed ze terugveert na een poos en we blijven merken dat ze steeds vaker kan uitleggen wat er is in plaats van twee uur lang 'nee' te roepen.

Om ons heen gaan mensen op vakantie en komen filmpjes van blije zomerkindjes voorbij. Collega's op school kijken uit naar de laatste schooldag waarop ze even de deur achter zich dicht kunnen trekken en aan iets anders mogen denken.
Op dit moment bestaat er voor ons geen onderscheid tussen week en weekend, werk of vakantie. We tellen in dipweken en topdagen. Het ene moment zijn we blij dat er even een 'echt' weekend tussen de behandelingen zit, het volgende moment balen we dat dit een dag extra betekent voordat we weer controle hebben omdat we zwaar twijfelen aan haar trombocytentelling. Het is zo jammer dat bloedplaatjes binnen uren weer afgebroken worden. Hierdoor is een preventieve transfusie niet effectief en kan je alleen maar hopen dat we niet hoeven te gaan zitten wachten op de volgende doorlopende bloedneus.

Achterstallig onderhoud.
Ben benieuwd hoeveel we hier nog moeten opknappen voor de antikrakers als we eruit gaan.
Vraag me af wanneer de kruipruimte eindelijk leeggemaakt wordt.
Geen idee wat we verder nog onverwachts gaan aantreffen op het Vlootje.
Maar één ding weet ik zeker:
Volgend jaar.
Volgend jaar gaan we inhalen.
Alles inhalen wat dit jaar niet kon.
Dan werken we al het achterstallige onderhoud in ons familieleven weg.
En borstel ik weer haartjes zacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten