Het is een moeizame nacht.
Gedraai en gedoe, rug en heup die klieren en een wiefke dat erbij schuift. Dat
ik de schooldag kortsluit en in mijn administratietijd 's middags naar huis ga,
wordt me vergeven. Het plan is om lekker vroeg naar bed te gaan. De trollen
spelen lekker buiten met de buurtkinderen. Van tijd tot tijd kijk ik toch maar
even naar buiten. Eigenlijk vind ik het helemaal niet fijn dat Ilva aan het
rondrennen is. Met een belachelijk lage trombocytentelling loert het gevaar
onder elke opgewipte steen. De blauwe
plekken zijn alweer aan het groeien en ik vraag me af wat voor excuus ik kan
bedenken om haar toch wat eerder binnen te halen.
Maar ja, ze heeft het zo hard nodig, die contactmomenten.
Maar ja, ze heeft het zo hard nodig, die contactmomenten.
We eten vroeg en ik bereid alvast
de nacht voor als ineens buiten Ilva haar avondportie supermelk eruit gooit,
inclusief de sonde.
Da's nou zonde: we hadden het
misschien zo kunnen timen dat die pas vervangen hoefde te worden als ze toch al
onder narcose ging. Nu moeten we haar weer wakker en wel gaan pesten.
Thuiszorg bellen heeft niet
zoveel zin: we weten dat haar trombocytentelling de dag tevoren op 11 stond en
da's toch echt een hoop lager dan de vereiste 20 voor een sondeplaatsing. Je
wil echt geen bloedinkje veroorzaken tijdens het plaatsen als de
stollingswaardes niet kloppen.
We bellen met het ziekenhuis en worden weer doorgestuurd naar Rotterdam. Superheld Peetoom rijdt voor met de persoonlijke taxi en we feliciteren elkaar nog dat we nu althans twee uur eerder in 't ziekenhuis aankomen voor een transfusie dan de vorige keer. Zou moeten schelen in onze nachtelijke uren, toch?
Helaas heeft het ziekenhuis een
ander plan: allereerst worden we doorgestuurd van de noodingang naar oncologie
omdat de eerste hulp blijkbaar dichtgaat vanwege een noodsituatie met
immigranten. Even later lees ik inderdaad op het nieuws dat er een container
met18 mensen in Rotterdam is gevonden. Gelukkig zijn ze er beter aan toe dan
men vreest en gaat de eerste hulp weer open.
Dat is fijn, want bij de
onderbemande, overwerkte oncologie zijn ze not amused dat wij doorgestuurd
zijn. Lijkt het er even op dat ze wel even die sondeplaatsing uit de losse pols
willen doen, moet ik ze toch even helpen herinneren aan het feit dat het
weliswaar de eerste twee keer van een leien dakje ging, sinds de wat te snelle
en ruwe plaatsing door thuiszorg hebben we twee man nodig om Ilva in een
houdgreep te nemen!
Geen beste basis voor een snelle
plaatsing met minimale trombo's.
Naar beneden dus weer.
Naar beneden dus weer.
Wijtze en ik kijken elkaar aan.
Wedden dat de trombo's dus nog
niet besteld zijn en dat we weer uren extra kwijt zijn?
En ja hoor: ook beneden 'zullen ze het wel wel eventjes doen zonder trombo's' en komen er achter dat Ilva dat dus echt eventjes niet laat doen. Ineens moet ze 99 keer plassen, 200 keer poepen, blieft ze een slokje cola voor het plaatsen omdat haar keel zo droog is, wil ze toch maar geen cola, wil ze water, wil ze een dutje, speelt ze met overtuiging verstoppertje in mijn oksel.
Rustig zitten zodat de sonde geen bloedvaatjes raakt, zit er niet in.
En ja hoor: ook beneden 'zullen ze het wel wel eventjes doen zonder trombo's' en komen er achter dat Ilva dat dus echt eventjes niet laat doen. Ineens moet ze 99 keer plassen, 200 keer poepen, blieft ze een slokje cola voor het plaatsen omdat haar keel zo droog is, wil ze toch maar geen cola, wil ze water, wil ze een dutje, speelt ze met overtuiging verstoppertje in mijn oksel.
Rustig zitten zodat de sonde geen bloedvaatjes raakt, zit er niet in.
De verpleegster wil doorzetten.
"Als we het nu gewoon even doen, kunt u ook weer lekker naar huis. Anders
zit u hier nog wel even. Dat kost u een halve nacht. Dat wilt u toch ook niet?"
Ik sta op mijn strepen.
11 Is geen 20 en dit is potdomme
mijn kind! Wat kan het mij verrekken dat ik hier een halve nacht zit als het
alternatief is dat ik een belachelijk, onnodig risico laat nemen met een
ongecontroleerde sondeplaatsing?
Ze slaakt nog net geen zucht,
maar ik krijg mijn zin. De trombo's worden besteld.
Ilva kachelt in slaap na alle
stress. De dokter die even om het hoekje piept, vraag ik direct even om advies:
hoe kan het dat de trombotransfusies op oncologie maar een half uurtje duren en
hier de vorige keer drie uur?
Zijn antwoord is simpel: het duurt zo lang als de dienstdoende arts wil. Langzamer inlopen is verstandiger als je niet weet hoe een lijf reageert. Wij weten dat echter wel en hij is heel stellig: dit gaan we even in een half uurtje doen.
Zijn antwoord is simpel: het duurt zo lang als de dienstdoende arts wil. Langzamer inlopen is verstandiger als je niet weet hoe een lijf reageert. Wij weten dat echter wel en hij is heel stellig: dit gaan we even in een half uurtje doen.
Hoop gloort! Zouden we dan
ditmaal voor drie uur in bed komen vannacht?
Tsja.
Nooit te hard hopen.
Het duurt maar en het duurt maar
voordat de bestelde trombo's aankomen. Hadden ze nu direct gehandeld zoals beloofd
was, dan had dat zakje er direct aan kunnen hangen zonder stress. Verdomde
jammer dat we daar eerst 2,5 uur voor moesten vechten met Ilva om vervolgens
nog 2 uur te wachten op het zakje.
Wijtze gaat intussen even naar
huis om een dutje te doen.
Zeer wijs, als chauffeur! Blij dat we relatief dichtbij zitten in Rotterdam.
Zeer wijs, als chauffeur! Blij dat we relatief dichtbij zitten in Rotterdam.
Als dat eenmaal geregeld is, slik
ik mijn zenuwen weg en maak de kleine wolf wakker. Samen gaan we door paniek,
gehuil, gekrijs en meer paniek heen terwijl ik haar in een geborgen houdgreep
neem en de sonde snel en vakkundig geplaatst wordt door een verpleegkundige met
aanzienlijk meer inzicht in de nukken van een vierjarig kind dat alle controle
uit handen heeft moeten geven. Stomme pleister wil niet plakken en het kost
uiteindelijk drie pogingen om het ding goed vast te krijgen.
Ilva heeft intussen geen stem meer over.
Ik vooral een pieptoon in mijn oren.
Iedere keer weer verbaast het me dat ondanks het feit dat ik haar in deze situatie 'dwing', ze zich daarna vastklampt als een koalaatje. Ik ben dankbaar dat ze voldoende voelt en snapt dat we dit samen moeten doen, maar dat de liefde alomvattend en onvoorwaardelijk is.
Met mijn klembeestje waggel ik door de gang. Door de noodingang komen twee mannen binnen. De dokter informeert met een stalen gezicht hoe lang het mes dan was. Ik zie de begeleidende van de twee even opzij kijken terwijl we voorbij lopen. Zijn gezicht trekt van stoïcijns naar geschrokken als hij het kale beestje in mijn armen ontwaart. In mijn hoofd spelen zich direct scenario's af. Zijn ze aangevallen? Was het een ongelukje? Was het een domme actie die voorkomen had kunnen worden?
Ilva heeft intussen geen stem meer over.
Ik vooral een pieptoon in mijn oren.
Iedere keer weer verbaast het me dat ondanks het feit dat ik haar in deze situatie 'dwing', ze zich daarna vastklampt als een koalaatje. Ik ben dankbaar dat ze voldoende voelt en snapt dat we dit samen moeten doen, maar dat de liefde alomvattend en onvoorwaardelijk is.
Met mijn klembeestje waggel ik door de gang. Door de noodingang komen twee mannen binnen. De dokter informeert met een stalen gezicht hoe lang het mes dan was. Ik zie de begeleidende van de twee even opzij kijken terwijl we voorbij lopen. Zijn gezicht trekt van stoïcijns naar geschrokken als hij het kale beestje in mijn armen ontwaart. In mijn hoofd spelen zich direct scenario's af. Zijn ze aangevallen? Was het een ongelukje? Was het een domme actie die voorkomen had kunnen worden?
Ik wens ze sterkte met een
knikje.
Wachtend op de rit terug komen er twee giechelende dames binnenzwalken. Ze lallen luidkeels aan de telefoon, drukken op diverse knoppen totdat ze de persoon ontwaren die ze blijkbaar zoeken. 'Oh daaaaaaaaaaaaaaaar ben je! Hey, hou eens op met op alle knoppen drukken!'
Wachtend op de rit terug komen er twee giechelende dames binnenzwalken. Ze lallen luidkeels aan de telefoon, drukken op diverse knoppen totdat ze de persoon ontwaren die ze blijkbaar zoeken. 'Oh daaaaaaaaaaaaaaaar ben je! Hey, hou eens op met op alle knoppen drukken!'
Ze verdwijnen door de nooddeur.
Beveiliging loopt er heel subtiel op een pas of wat achteraan.
Enkele minuten later komen ze
weer naar buiten, ditmaal met zijn vieren. De twee giecheldames houden een
derde vast die lijkbleek tussen hen in hangt. 'Jaaaa, neeeee, maar zij is dus
echt een dokter, hè? Dus dan weet ze het echt wel. Het mag dus echt niet,'
wordt er op de bleke dame ingepraat die blijkbaar nog fut heeft om te
protesteren, ook al ziet ze eruit alsof ze net een zwembad uitgekotst heeft.
De enige die er nog nuchter
uitziet, ziet ons zitten in de wachtkamer. Zodra ze Ilva ontwaart, verandert
haar geïrriteerde blik in iets van meelij. Ja, knik ik, het is wat je denkt. Ze
slaat de ogen neer en loopt snel voor de groep uit naar buiten.
Ook hier vraag ik me weer af hoe de bleke dame in deze situatie verzeild is geraakt. Gezien de reacties van haar vrienden, lijkt het op teveel drankjes die verkeerd gevallen zijn.
Iets wat zo fout had kunnen uitpakken.
In feite al verkeerd heeft uitgepakt.
Je gaat toch niet voor je lol op vrijdagavond bij de eerste hulp zitten.
Ilva snurkt lekker door op mijn schoot terwijl ik me afvraag wat voor indruk wij op onze beurt hebben achtergelaten. Het is niet moeilijk te raden waar Ilva tegen behandeld wordt als je haar zo ziet. Zou het een indruk hebben achtergelaten?
Misschien een moment van relativering?
Ook hier vraag ik me weer af hoe de bleke dame in deze situatie verzeild is geraakt. Gezien de reacties van haar vrienden, lijkt het op teveel drankjes die verkeerd gevallen zijn.
Iets wat zo fout had kunnen uitpakken.
In feite al verkeerd heeft uitgepakt.
Je gaat toch niet voor je lol op vrijdagavond bij de eerste hulp zitten.
Ilva snurkt lekker door op mijn schoot terwijl ik me afvraag wat voor indruk wij op onze beurt hebben achtergelaten. Het is niet moeilijk te raden waar Ilva tegen behandeld wordt als je haar zo ziet. Zou het een indruk hebben achtergelaten?
Misschien een moment van relativering?
Filosofische gedachten in het
holst van de nacht.
De schuifdeuren laten Wijtze
binnen. Ik laad een slapende Ilva in en we rijden weer naar huis.
Daar wenst wiefke dat ik naast
haar kom liggen tot ze in slaap valt. Dit werkt niet echt. De adrenaline
stroomt nog door haar lijf. Of ik even verder wil voorlezen uit haar nieuwe
Foeksia boekje.
Prima joh.
We zijn toch aan het nachtbraken.
Prima joh.
We zijn toch aan het nachtbraken.
Ik ga eerst even mijn tanden poetsen en kom terug met het boekje in de hand.
Ilva is in diepe slaap.
Ik kijk op de klok: één over drie.
Ik kijk op de klok: één over drie.
Toch weer een record gebroken.
Ach, hoef ik me in elk geval dit
weekend geen zorgen te maken over het blauwe-plekkengevaar.
En da's ook weer wat waard.
En da's ook weer wat waard.
Wat een ongelooflijke kanjers zijn jullie, wat zal deze liefde en zorg jullie meisje veel goed doen in al deze ellende, in gedachten met regelmaat dichtbij. Liefs!
BeantwoordenVerwijderen