Volgers

dinsdag 30 januari 2018

Voer



Al jaren vechten we met ons wolfje om het eten. Ze is nooit de makkelijkste geweest, maar sinds haar tweede kon ineens vrijwel niets meer haar goedkeuring wegdragen. Moet je je voorstellen hoe opgelucht we waren toen bleek dat sperziebonen en broccoli er wel ingingen.
Na twee jaar hebben we het vechten opgegeven. Ik merkte dat ik geen lol meer had in de avondmaaltijden en David had geen zin meer om iets klaar te maken.
Ramp.
Geloof me.
Want hij is de kok, niet ik.
We zijn gewoon gaan opscheppen en eten waar wij trek in hadden, met altijd een onderdeel wat de trollen toch wel zouden eten. Het zorgde voor meer rust en lol aan tafel en in elk geval een beer die meer aan het proberen is. Wolfje komt er nog wel achteraan kachelen.
Hopen we.

Nu is het gevecht omgedraaid. Ze is weliswaar nog steeds kieskeurig, maar de mond staat duidelijk naar meer dan tevoren en dat buikje is ineens een bodemloos gat. We rennen heen en weer naar voorraadkast en keuken om de crackers, bananen en yoghurt te grijpen tussen de plakken kipfilet en gekookte worst door en de maaltijden met spaghetti en sperziebonen. Als we betaald zouden worden per kilometer, hadden we er een lucratief baantje naast.

Grappig genoeg taalt ze niet echt naar snoep. Hartige happen, daar vraagt haar werkende lijfje om, tezamen met divers fruit.
Van een tenger wiefke zien we haar ineens groeien naar een vollemaanswolfje.
Kan het geen kwaad, vragen we ons af? Gaat ze niet ploffen?
De dokter verzekert ons dat er geen impulsen onderdrukt worden. Door de pillen heeft ze weliswaar meer trek, maar de eetaanvallen zijn in kleinere hoeveelheden en ze voelt het nog steeds tijdig wanneer haar buikje vol zit.
Klopt ook wel.
Zien we ook eigenlijk wel.
Maar we vragen graag alles in dit vreemde gebied tussen ziek en gezond.

Dokter is tevreden dat Ilva niet misselijk is geweest en kijkt ook met enige verbazing naar de nog aanwezige krullen. 'Het valt nog niet erg uit, hè?' fluistert ze.
Ik schud mijn hoofd. 'Nee, tot dusver valt het erg mee. We hebben wel al schattige mutsjes uitgezocht,dus dat komt goed.'

Een tevreden dokter en een 'goedgekeurd voor chemo' stempel op haar bloedbeeld later mogen we door naar de zaal. Ilva kiest de roze stoel bij het raam en laat het allemaal over zich heen komen.

Even later komt de kantinedame vragen om de kinderwensen terwijl de Kaspertjes hun weg vinden. Her en der hoor ik bekende dingen en ik vraag eens na: ja hoor, ook andere kinderen eten ineens pakken crackers weg in plaats van brood, wensen liters yoghurtproducten en kilo's bananen en manden vol gekookte eieren.
Nu weet ik uit ervaring dat sommige kinderen die mand met gekookte eieren ook zonder pilletje wel wegkrijgen, maar het is geen standaard eetpatroon.

Intussen gaat er naast ons een meiske totaal door het lint. Ze smijt haar pakje kipfilet door de zaal en krijst dat het geen worst is. Haar ouders reageren gelaten. Het is niet de eerste keer, duidelijk. Ik herken de agitatie bij het meisje: onze dame kan er ook wat van sinds ze aan de medicatie is. Ik moet wel giechelen als Ilva verlangend naar het plakje kipfilet kijkt en uitroept: 'Kipfilet! Dat is mijn lievelings! Mama, mag ik ook kipfilet?'

De jongen aan de andere kant van het woedende hoopje verdriet doet ook een duit in het zakje: 'Jaaa, kipfilet! Dat vind ik ook lekker, hè mama?'

Als ouders kunnen we niet anders dan grinniken terwijl het hoopje vulkaan tot rust komt en weer rustig haar boterhammetje gaat eten.
Meer lol met Prednisol.

Op de weg terug treffen we een empathische taxichauffeur. Hij wil toch wel graag weten of het wel goed komt met ons wiefke. Ik geef aan dat wij geloven dat ze het gaat redden. Dan vertelt hij over zijn eigen dochtertje van bijna 4. Ze krijgt hulp van Kentalis, een organisatie gespecialiseerd in auditieve-en spraakproblemen. Ik veer op. Daar hebben we positieve ervaringen mee.
Nu blijkt dat zijn omgeving hem probeert over te halen om ermee te stoppen omdat het zijn kind 'omlaag zou halen' later in haar carrièrre. Ik snap niets van het verhaal, maar snap wel de achtergronden. Ook wij lopen tegen ouders aan die geen hulp voor hun kind wensen uit angst voor een stempel, een smet op het blazoen.
Ik heb daar uiteraard zo mijn gedachten over. Het is fijn om te horen dat deze vader, gevlucht uit Afghanistan en zijn weg omhoog geknokt, het goede voorbeeld voor zijn dochter geeft: groei! Wees niet bang hulp te aanvaarden en groei! Hij is blij om te horen van mijn goede ervaringen met Kentalis en nog veel blijer om te horen dat we kinderen vanuit groep 8 zien doorstromen naar mooie scholen waar ook hulp geboden wordt.

"Denkt u aan mijn dochter? Dan denk ik aan de uwe!" Hij glimlacht.

"Komt goed." Verzeker ik hem.

"Inshallah." krijg ik terug.

Geboden hulp.
Ik neem het met liefde aan.
Ik bedank hem hartelijk.

Even later geniet ik van een troela die de duiven voert in de kinderboerderij. Het zonnetje schijnt hartelijk en ze heeft het dik naar haar zin.
Een dag vol voer.
Zielenvoer. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten